Milieuhinder: beter voorkomen dan genezen
Milieuhinder is een onaangename zintuiglijke waarneming die zich voordoet ten gevolge van een verstoring van het milieu. Deze hinder kan je ondervinden door geluid, geur, licht, trillingen, stof, rook, roet en ongedierte. Uit onderzoek is gebleken dat geluidshinder de voornaamste bron is van ergernis, gevolgd door geurhinder en op de derde plaats lichthinder.
Soms is er sprake van een combinatie van verschillende hindervormen. Zo kan bijvoorbeeld de verkeerssituatie in je straat je zowel hinderen door het lawaai van de optrekkende motoren, de stank van de uitlaatgassen, de waarneming van fijn stof en roet in de lucht, als door de slecht gerichte straatverlichting.
Milieuhinder ervaren we als onaangenaam via onze zintuigen. Wijzelf en onze omgeving zijn er ongewild slachtoffer van. Vaak gaan we als gevolg van milieuhinder ons gedrag wijzigen, door bijvoorbeeld sneller ramen te sluiten of minder lang in de tuin te zitten. Soms gaan we hiertegen ook klagen of protesteren.
Kenmerkend voor milieuhinder is het lokale, maar direct merkbare karakter ervan. Dit is typisch het geval bij geluidshinder, geurhinder, hinder van grof stof, roet of rook, een overmaat aan kunstlicht en trillingshinder. Nogal wat factoren, zowel objectieve als subjectieve, zullen uitmaken of iemand al dan niet gehinderd wordt. In ernstige hindersituaties kan dit leiden tot lichamelijke ongemakken, slaapverstoring, gezondheidsklachten, de waardedaling van woningen of aantasting van materiële goederen.
Dieren of natuurlijke processen kunnen ook voor milieuhinder zorgen, maar meestal wordt milieuhinder veroorzaakt door mensen. Menselijke activiteiten, door de mens ontworpen machines of situaties die de mens gecreëerd heeft, zorgen voor hinderproblemen.
De bronnen van milieuhinder kunnen we als volgt groeperen:
- Verkeer (weg, spoor, lucht)
- Economische activiteiten (industrie, landbouw, handel, diensten)
- Recreatie (feesten, sport, dancings ...)
- Burenhinder
- Hinder door onbekenden
Het feit dat in Vlaanderen een grote groep mensen op een relatief kleine oppervlakte samenwoont, maakt dat de kans op blootstelling aan milieuhinder groter is. We moeten veel kunnen verdragen, wat bij de één al vlotter lukt dan bij de ander. Daarom is het belangrijk om in de eerste plaats zelf zoveel mogelijk hinder te vermijden. Als je laat zien dat je rekening houdt met je omgeving, krijg je dit meestal dubbel en dik terug. Stel je niet onmiddellijk vijandig op. De meeste hinder kan je al vermijden door te praten. Preventieve communicatie, bijvoorbeeld wanneer je een feestje in je tuin gaat organiseren, voorkomt ook al veel problemen.
Lukt het niet om tot een oplossing te komen, dan kan je hier nagaan waar je je hinder kan melden.